Gijs Wilderom – restauratie fortepiano’s
Direct na mijn studie meubelmaken kwam ik in contact met de pianobouw en -restauratie. Eerst als meubelmaker in een restauratie-atelier waar Franse instrumenten uit het midden van de negentiende eeuw werden gerestaureerd.
Muziek was voor mij al een deel van mijn leven, maar werd daar nog meer ontwikkeld. Na enkele jaren kreeg ik de kans om naaste medewerker van een pianobouwer te worden. In dit atelier werden fortepiano’s gekopieerd uit de tijd van Mozart, Haydn en Beethoven. Vanaf die tijd was het voor mij al snel duidelijk dat composities het best gespeeld kunnen worden op instrumenten uit die tijd. Met deze instrumenten kon je de ware Mozart of Beethoven horen. Als je een instrument bouwt of restaureert, dan hoor je eigenlijk al de klank, wat ook weer kan aangeven voor welke componist dit instrument het meest geschikt is. Een componist liet zich altijd inspireren door het instrument en probeerde daar altijd het uiterste uit te halen.
In het begin van de negentiende eeuw ontwikkelde de piano zich zo snel dat er al met stappen van bijna vijf jaar een verandering te zien was, piano’s kregen meer toetsen, werden donkerder van klank en werden sterker in volume. Piano’s tot ca. 1850 waren nog niet erg standaard, iedere bouwer had zijn eigen formule maar wel volgens een bepaalde ‘school’. Je had de Weense en de Londense school. Door de jaren heen kreeg ik steeds meer interesse in de restauratie van deze instrumenten. Wel wilde ik één keer eigenhandig een piano bouwen en heb daarom een kopie gebouwd van de beroemde bouwer Anton Walter, tijdgenoot van Mozart. Nu doe ik niets anders dan restaureren, meestal piano’s uit de Weense school, maar nu ook meer en meer uit de Londense school.
Restauraties moeten soms erg grondig aangepakt worden, er kunnen maar weinig concessies gedaan worden als je weet dat alle instrumenten het podium op gaan. Op twee foto’s kan men zien hoe de Joseph Böhm (ca. 1820, Wenen) uit elkaar is gehaald. Dit was nodig om het instrument een gedeeltelijk nieuw stemblok te geven en om de klankbodem te restaureren, om daarna met een bepaalde spanning terug te plaatsen in de piano. De andere foto is een impressie van mijn atelier in de binnenstad van Amsterdam.
Bruiklenen
Gijs Wilderom heeft verschillende historische piano’s belangeloos ter beschikking gesteld voor gebruik in Museum Geelvinck Hinlopen Huis en tijdens de Geelvinck Fortepiano Festivals.
Dit zijn:
– fortepiano vleugel van de hand van Johann Zahler (Brünn/Brno), ca. 1805, FF-c””, Weens mechaniek met twee kniehevels (sustain en moderator), 430 Hz.
– forte piano vleugel van de hand van Joseph Böhm (Wenen), ca. 1820, FF-f””. Weens mechaniek, 430 Hz.
Een vergelijkbare vleugel bevindt zich in de collectie van het Metropolitan Museum in New York.
– fortepiano vleugel van de hand van Peter Rosenberger (Wenen), ca. 1830, CC-g””, Weens mechaniek, 430 Hz.
en voorts is Gijs restaurator van verschillende historische instrumenten in de Sweelinck Collectie, waaronder de pianoforte vleugels van de hand van Stodart (1815) en van Dohnal (1825), alsmede bijv. de Angst op het Conservatorium van Amsterdam en de Pleyel van Richard Egarr.
Meer informatie is te vinden op: http://www.wilderom.eu
Gijs Wilderom
Boomstraat 84, Amsterdam
tel. 020-6256869
mob. 0634402796
gijswilderom@upcmail.nl