Vriendschap in Leipzig rond 1840: Ursula Dütschler – fortepiano & Francine van der Heijden – sopraan
5 juli 2015 | 16.45 uur
| Museum Geelvinck,

Vriendschap in Leipzig rond 1840:
Liederen van Mendelssohn, Schumann en Verhulst
Van 1838 tot 1842 woonde en werkte de Nederlandse componist en dirigent Johannes Verhulst in Leipzig, een van de culturele hoofdplaatsen in Europa in die tijd. In Leipzig kwam Verhulst bij Felix Mendelssohn op de thee en raakte hij bevriend met Robert Schumann en zijn vrouw Clara Wieck.
In het programma “Vriendschap in Leipzig rond 1840” is te horen hoezeer Verhulst’s werk werd beinvloed door dit verblijf maar ook hoe hij zijn Nederlandse roots wist te behouden. Verhulst zette o.m. gedichten en liederen van Jan Pieter Heije (1801 – 1876) op muziek. Hoe charmant en speels zijn liederen nog altijd zijn, laten sopraan Francine van der Heijden en fortepianiste Ursula Dütschler met verve horen, ook in tot nu toe onbekend repertoire van Verhulst. Verhulst, die als invloedrijk maar ook als conservatief de geschiedenis in zou gaan komt middels zijn liederen in een ander daglicht te staan….
Ursula speelt op de fortepiano vleugel gebouwd door Joseph Böhm in Wenen, ca. 1820 (bruikleen van Gijs Wilderom)
Programma:
Robert Schumann (1810-1856)
– Liebeslied, Op. 51 no. 5 (1842), J.W. von Goethe (1749-1832)
Felix Mendelssohn (1809-1847)
– Die Liebende schreibt, Op. 86 no. 3 (1831), Goethe
Johannes Verhulst (1816-1891)
– Stuurmans-lief, Op. 27 no. 4, J.P. Heije (1809-1876)
Felix Mendelssohn
– Wartend (Romanze), Op. 9 no. 3 (1829-30), anoniem
– Frage “Ist es wahr”, Op. 9 no. 1 (1827), J.G. Droysen (1808-1884)
Robert Schumann
– Bittendes Kind (uit: Kinderszenen), Op. 15 no. 4 (1838)
– Glückes genug (uit: Kinderszenen), Op. 15 no. 5 (1838)
– Der schwere Abend, Op. 90 no. 6 (1850), N. Lenau (1802-1850)
Felix Mendelssohn
– Gruss, Op. 19 no. 5 (1830-34), H. Heine (1797-1856)
– Auf der Wanderschaft, Op. 71 no. 5 (1842), N. Lenau
Johannes Verhulst
– Bij ’t Scheiden, Op. 26 no. 4 (1840), J.P. Heije
– De Lindeboom, Op. 27 no. 5, J.P. Heije
Felix Mendelssohn
– Lieder ohne Worte, Op. 30 (1835)
1. Andante espressivo
2. Allegro di molto
Johannes Verhulst
– Der Abend, Op. 31 no. 1, J.P. Heije
– ’t Meeuwennest, Op. 16 no. 1, J.P. Heije
———————— Pauze ———————–
Robert Schumann
– Der Knabe mit dem Wunderhorn, Op. 30 no. 1 (1840), E. Geibel (1815-1884)
Felix Mendelssohn
– Pagenlied, WoO 17 (1835), J. von Eichendorff (1788-1857)
– Sun of the Sleepless, 2 Romances no. 2, WoO 4 (1834), G.G. Byron (1788-1824)
Robert Schumann
– An der Mond, Op. 95 no.2 (1849), K.J. Körner (1793-1873) naar Byron
Johannes Verhulst
– Andante für Pianoforte, in Es groot (1840)
Robert Schumann
– Im wunderschönen Monat Mai (uit: Dichterliebe), Op. 48 no 1 (1840), H. Heine
Johannes Verhulst
– Meilied, Op. 26 no. 1 (1840), J.P. Heije
Felix Mendelssohn
– Andres Maienlied, Op. 8 no. 8 (1824-27), L.C.H. Hölty (1748-1776)
Ursula Dütschler – fortepiano en klavecimbel
Ursula Dütschler is afkomstig uit Zwitserland. Zij studeerde klavecimbel bij Jörg Ewald Dähler in Bern en bij Kenneth Gilbert in Salzburg. Later volgde en studie op de fortepiano bij Malcolm Bilson aan de Cornell University in de Verenigde Staten. Zij won prijzen op internationale concoursen zoals die in Parijs (1989, voor klavecimbel) en in Boston (1991, voor pianoforte).
Zowel op klavecimbel als ook op fortepiano treedt Ursula Dütschler regelmatig op als soliste en in diverse kamermuziek combinaties.
Bij het label Claves nam ze naast vele kamermuzikale uitvoeringen vier solo CD’s op met klavecimbel met werken van Scarlatti, Byrd, Balbastre en Bach. Tevens maakt zij deel uit van het collectief met Malcolm Bilson dat de complete Beethoven sonates opnam op pianoforte. Verder zijn bij Brilliant Classics 2 CD’s verschenen met sonates van Haydn en de complete werken voor piano vierhandig en twee piano’s van Mozart met Bart van Oort.
Francine van der Heijden
Sopraan Francine van der Heijden was de afgelopen jaren te gast bij gerenommeerde gezelschappen als het Orkest van het Oosten, het Orkest van de 18e eeuw, het Residentie Orkest en de Van Swieten Society. Zij werkte veel samen met Ton Koopman en zijn Amsterdam Baroque Orchestra and Choir. Met fortepianiste Ursula Dütschler specialiseerde zij zich in het liedrepertoire van Felix Mendelssohn en ontving een Zwitserse onderscheiding voor de cd The art of Mendelssohnian song. Francine van der Heijden maakte tal van opnamen, onder meer van alle concertaria’s van W.A. Mozart, in samenwerking met de sopranen Christiane Oelze en Miranda van Kralingen (dirigent Ed Spanjaard). Veel componisten schreven werk voor Francine zoals Jetse Bremer, de Nijmeegse componist Joost Kleppe maar ook dirigent/dichter Micha Hamel (Zwei Lieder en Gong uitgevoerd met het Schönberg Ensemble).
Met (contra)bassist/gitarist Reyer Zwart werkt zij momenteel aan een cd met 19e eeuws romantisch repertoire.