Schola Laudunensis zingt Gregoriaanse Vespers
16 december 2012 | 16.45 uur
| ,

Adventsvespers door Schola Laudunensis: vroeg-Gregoriaanse gezangen in de Advent.
In de huidige tijd is de aanloop naar Kerst, bekend als de Advent (de vier zondagen vóór Kerstmis) een vrolijke tijd, niet in het minst veroorzaakt door onze interpretatie van wat een typisch Engelse kerstsfeer zou zijn, uit de Victoriaanse beelden zoals Charles Dickens’s “A Christmas Caroll” dat oproept. Hoe anders was dat voor de middeleeuwse mens, die in de ijzige koude (het was nog het staartje van de Kleine IJstijd) en toenemende duisternis maar moest afwachten of men de winter zou overleven.
Het was een tijd van inkeer en boetedoening, om zo innerlijk gereinigd de geboorte van de Verlosser af te wachten en te vieren. De kerkelijk kleur voor de Advent is dan ook paars: de kleur van boetedoening, lijden en rouw.
OVER DE GEZANGEN
In de Katholieke Kerk werd (en wordt) naast de Mis in de kloosters door de monniken en in de Kapittelkerken door de zgn. Kanunniken of Kapittelheren ook nog een andere vorm van erediensten gezongen, het koorgebed. Dit koorgebed kende op vaste tijden van de dag en de nacht een aantal momenten, waarvan de Vespers er één was: het koorgebed aan het begin van de avond. Dit koorgebed kent een vaste vorm met een aantal voorgeschreven gezangen. De Schola Laudunensis zal een aantal van deze vaste gezangen uit de Vespers en de Mis van de Adventstijd ten gehore brengen in het Gregoriaans zoals dat in de periode van de 11e – 13e eeuw in met name Frankrijk gezongen werd. Een Gregoriaans dat aanzienlijk rijker en gecompliceerder was dan nu het geval is.
In diezelfde tijd ontstonden in o.a Italië (Guido d’Arezzo), Franrijk (École de Notre Dame, Parijs) en Engeland (Winchester Trope) de eerste vormen van meerstemmigheid. Het “Organum”als één vaste ondertoon voor de gezangen, het dubbele Organum als een soort doedelzak-drone en het zgn. “faux-bourdon”, waarbij een meerstemmigheid gezongen worden in parallelle tertsen en kwarten t.o.v. de hoofdmelodie (het cantus firmus). Het meeste van deze meerstemmigheid is nooit opgeschreven en zo ontstond per klooster of kerk een eigen stijl, in een bepaalde vorm een trope genaamd. Het vermoeden bestaat dat veel van deze meerstemmige vormen ter plekke geïmproviseerd werden. Wèl verschenen er handschriften, zoals het Winchester Trope, waarin algemene richtlijnen werden opgesteld.
In diezelfde tijd ontstond ook een andere vorm van meerstemmigheid, waarbij twee stemmen dan weer een soort faux-bourdon zongen, dan weer tegengestelde bewegingen maakten: gaat de ene stem omhoog, dan gaat de andere stem gelijktijdig naar beneden. Het geheel kan ook weer ondersteund worden door een organum, dat als een soort baspartij letterlijk als fundament fungeert.
Alle vormen van deze boeiende middeleeuwse geestelijke muziek zult u deze avond gaan horen, afgewisseld met muziek uit de Renaissance-tijd, gespeeld op een virginaal. Toccata-improvisaties over een bekende middeleeuwse hymne, en tot nadenken stemmende melodieën uit de 16e eeuw.
De Schola Laudunensis hoopt U op deze avond te laten kennismaken met de oorspronkelijke en authentieke vorm van het vroege Gregoriaans en U de mystiek van deze prachtige muziek te laten voelen.
Schola Laudunensis
In Leiden is in 2006 de Schola Laudunensis is opgericht met als doel om Gregoriaans en middeleeuwse polyfonie op zo authentiek mogelijk wijze uit te voeren. Die authenticiteit zoekt het koor zowel door terug te grijpen op middeleeuwse handschriften, als door uitvoering van de muziek in de liturgische contekst, in missen en vesperdiensten. Het koor zingt bij voorkeur Gregoriaans in het ‘Lotharinger dialect’, waarvan het centrum de oude bisschopsstad Laon was. ‘Laudunensis’ betekent ‘van Laon’ en refereert aan het beroemde handschrift Laon Bibliothèque municipale Ms. 239, een 10de eeuws Graduale dat de belangrijkste bron is voor dit Gregoriaans.
De muzikale leiding berust bij Margot Kalse. Kalse studeerde zang aan het Koninklijk Conservatorium bij Meinard Kraak en Rita Dams en specialiseerde zich aan het Fontys Conservatorium in Tilburg in vroege vocale muziek. Zij is artistiek leider van het ensembe Trigon dat een CD maakte met 13de eeuws Gregoriaans en polyfonie onder de titel Music for Candlemas.
over de instrumentale stukken
Het virginaal dat voor dit recital bespeeld wordt is een reconstructie door John Morley en Olaf van Hees, gebaseerd op Italiaanse voorbeelden uit de 16de en 17de eeuw. Het is een “true inner-outer”, zoals dat in vaktermen heet: het kale instrument (hoewel fraai gefineerd in notenhout en voorzien van ivoren sierknopjes) is gelegd in een buitenkast (sierkast) die “Sinees verlakt” is: zwarte aan de buitenzijde en rood aan de binnenzijde, waarbij in goud, zilver en zwart Chinese taferelen zijn geschilderd in een stijl die halverwege de 17e eeuw in Nederland en Engeland mode was. Het geheel staat op een copie van een virginaalstandaard van Gouchet uit 1645 (Antwerpen). Het instrument heeft vier octaven en staat gestemd in middentoon-stemming op 415 Hz. De middentoon-stemming was de gebruikelijke stemming in die tijd. De onderling verschillende toonsintervallen doen de affecten van de gespeelde muziek goed uitkomen, bijvoorbeeld in de ‘wrang’ bedoelde passages.
Informatie over de Schola Laudunensis kan verkregen worden bij: Dr. O.S. van Hees (070 345 25 10 of 06 54 75 70 52)