Pergolesi’s ‘Stabat Mater’: Sabine Wüthrich met Karin Strobos en het Berlage Saxophone Quartet
24 maart 2013 | 16.45 uur
| ,

Het Berlage Saxophone Quartet nam gretig de uitdaging aan van sopraan Sabine Wüthrich aan om een eigen versie van Pergolesi’s geliefde meesterwerk uit 1736 te maken.
Altist Peter Vigh tekende voor de bewerking en gebruikte als tweede bron Psalm 51; Bachs herschepping van Pergolesi’s origineel. De klankkleuren van het saxofoonkwartet blijken zich uitstekend te lenen voor een vertaling van de bezetting van strijkkwartet en basso continuo.
Het kwartet zal het Stabat Mater omlijsten met Canzona’s van Giovanni Gabrieli en Bach’s Italienisches Konzert.
Stabat Mater
Het ‘Stabat Mater’ is een tekst uit de middeleeuwen, waarvan de dichter onbekend is.
Het is een gedicht op de Moeder Gods in haar smart om de gekruisigde Jezus Christus. De woorden zijn door vele componisten op muziek gezet. Weergaloos is de versie van Pergolesi.
De opdracht om het Stabat Mater te componeren kreeg Pergolesi al in 1734 van de broederschap van de Franciscanen in Napels. Maar pas toen Pergolesi doodziek werd en zijn laatste maanden doorbracht in hun klooster, voltooide hij zijn Stabat Mater. Het werd een van de mooiste composities uit de muziekgeschiedenis.
Programma:
Giovanni Gabrieli: Canzoni per sonare I & III
(b c.1554-7 – d 1612) (Arr. Reinhard Huuck)
Johann Sebastian Bach: Italienisches Konzert BWV 971
(1685-1750) 1.ohne Bezeichnung
2.Andante
3.Presto (Arr.: Katsuki Tochio)
Giovanni Battista Pergolesi: Stabat Mater
(1710-1736) – Stabat Mater Dolorosa
– Cuius Animam Gementem
– O Quam Tristis
– Quae Moerebat
– Quis est Homo
– Vidit Suum Dulcem Natum
– Eia Mater Fons Amoris
– Fac, ut Ardeat cor Meum
– Sancta Mater
– Fac ut Portem Christi Mortem
– Inflammatus et Accensus
– Quando Corpus Morietur
Giovanni Battista Pergolesi (1710 – 1736)
Schoenmaker Francesco Draghi verhuisde in 1635 van Pergola naar Iesi. Giovanni Battista werd als derde zoon op 4 januari 1710 geboren, en hij was de eerste van de familie die de naam Pergolesi kreeg (als samensmelting van de oude en nieuwe stadsnaam). De eerste muzieklessen krijgt hij van locale stadsmuzikanten. Hij wordt door een edelman ontdekt en op diens kosten naar het Conservatorium van Napels gestuurd. Greco, Durante, Porpora en Leo zijn er zijn leraars.
Zijn eerste opera’s vallen erg in de smaak van de aristrocratie, en hij werkt meestal in dienst van regionale hoven.
Waarschijnlijk na enkele mislukkingen, of wegens de aanhoudende bedreiging van de aardbevingen, componeert hij een tijdlang geen opera’s meer. Toen ontstonden de merkwaardige triosonates en een mis.
In 1733 treedt hij de theaterwereld weer binnen langs de grote poort met “La Serva Padrona”. Hiermee schreef hij waarschijnlijk de gaafste opera buffa ooit geschreven. Het genre was nog maar net ontstaan uit de intermezzi van de Napolitaanse opera seria. Met het ernstige genre kan hij maar geen succes oogsten. In zijn rustoord in het Franciscaner klooster, herbewerkt hij zijn “Dies Irae” tot het beroemde “Stabat Mater”, en beëindigt hij het “Salve Regina”.
Op 16 maart 1736 sterft hij, 26 jaar oud. Zijn lichaam wordt in een armzalig massagraf geworpen.
Sabine Wüthrich – sopraan
De Zwitserse sopraan Sabine Wüthrich studeerde eerst aan de Hochschule für Musik in Bern bij Elisabeth Glauser. Daarna vervolgde zij haar studie aan het Conservatorium van Amsterdam bij Udo Reinemann en Margreet Honig waar zij in 2004 succesvol haar Masterdiploma uitgereikt kreeg.
Sabine Wüthrich won verscheidene prijzen waaronder in 2008 de 1e prijs aan het Concorso Internazionale di Canto Solistico Seghizzi in Gorizia en in 2007 de 1e prijs op de Nederlandse Vocalistenpresentatie (voormalig Erna Spoorenberg concours).
Tijdens haar studie ontving Sabine drie keer achter elkaar de prestigieuze studiebeurs van de Zwitserse Kiefer Hablitzel Stichting.
Als solist heeft Sabine gewerkt met dirigenten als Paul McCreesh, Daniel Klajner, Lucas Vis, Henrik
Schaefer, Etienne Siebens, Frédéric Desenclos, Otto Tausk en Reinbert de Leeuw en trad zij op met onder andere het Berner Sinfonie Orchester, Holland Symfonia, het Doelen Ensemble, het Ensemble Nieuwe Muziek en met het National Jeugd Orkest.
Zij was te gast op het Norwich & Norfolk Festival, het Tallinn Autumn Festival for Contempory Music, de Thuner Schlosskonzerte, de Cambridge Early Music Series, het Stratford-upon-Avon-Festival en het Festival de Musique de Sully et du Loiret.
Prominente componisten Daan Manneke, Willem Wander van Nieuwkerk en Jan van de Putte hebben werk aan haar opgedragen en zij had de grote eer om meerdere keren met de beroemde componiste Sofia Gubaidulina te werken en veel van haar kamermuziek uit te voeren.
Masterclasses met Dawn Upshaw, Edith Wiens, Francoise Pollet, Jard van Nes, Rudolf Jansen en Roger Vignoles geven haar steeds weer nieuwe artistieke impulsen.
Sabine maakte in december 2012 haar in de Grote Zaal van het Concertgebouw Amsterdam als soliste in het Weihnachtsoratorium van Bach.
Karin Strobos – mezzo-sopraan
Karin Strobos studeerde in 2007 met onderscheiding af aan het Utrechts Conservatorium. Tijdens haar studie heeft zij de internationale Liedklas van Udo Reinemann gevolgd en was zij ook ensemblelid bij de Opera Studio Nederland. Ook heeft zij bij concoursen vele prijzen behaald waaronder bij het internationale zangconcours in Mâcon, Frankrijk. Bij de concertserie ‘Het Debut’mocht ze met Daria van den Bercken en Felicia van den End de publieksprijs in ontvangst nemen.
Karin speelde in operaproducties van onder andere De Nederlandse Opera, Opera Zuid en De Nationale Reisopera. Haar rol van Octavian in Der Rosenkavalier onder Sir Simon Rattle betekende een grote internationale doorbraak. Ook is Karin veelvuldig te horen bij verschillende festivals en orkesten, waaronder het Grachtenfestival en het Noord Nederlands Orkest. Na een concert in januari 2013 met dit orkest mocht ze ‘het Gouden Viooltje’ in ontvangst nemen, een prijs voor uitzonderlijk muzikaal talent uit Noord-Nederland.
Berlage Saxophone Quartet
In het Berlage Blok, studentenwoning van het Conservatorium van Amsterdam, werd in september 2008 het Berlage Saxophone Quartet opgericht door vier bevlogen saxofonisten. Het ensemble sleepte eerste prijzen in de wacht bij het Selmer Saxofoonkwartetten-concours 2009, het Storioni Festival Concours 2011 (jury- & publieksprijs) en het Onwings! Presentatieconcours 2011 (jury- & publieksprijs) en het Debuut/Vriendenkrans 2012-13.
Bij de Deutscher Musikwettbewerb 2011 won het kwartet een studiebeurs en mag hiervoor een reeks concerten verzorgen in Duitsland tijdens seizoen 2012-2013.
Ze spelen zeer afwisselende programma´s met vooral door henzelf bewerkte stukken. Met hun programmas waren ze te horen op het Grachtenfestival, in Muziekcentrum Enschede, het Muziekgebouw aan het IJ, Vredenburg Utrecht, Muziekgebouw Eindhoven, Festival Classique Den Haag en op Radio 4 en de Concertzender.
Lars Niederstraßer – sopraansaxofoon (1985) begon op zijn negende met piano spelen, waarna een jaar later de saxofoon volgde. In het najaar van 2007 studeerde hij bij Claude Delangle aan het ´Conservatoire Nationale Supérieure de Musique de Paris´. Lars trad als solist op in werken van Glazounov, Tomasi en Milhaud met de “Bochumer Philharmoniker” en het “Braunschweiger Staatsorchester”.
Peter Vigh – altsaxofoon – (1987) is naast saxofonist ook componist. Zijn stukken werden gespeeld door het Nederlands Blazersensemble, Orion ensemble, ensemble Multifoon en anderen. Hij won prijzen bij het Prinses Christina Concours (zowel voor compositie als saxofoon) en de Eerste Prijs tijdens de wedstrijd voor compositie van de VSB poëzieprijs.
Kirstin Niederstraßer – tenorsaxofoon (1987) won verscheidene eerste prijzen op het Duitse nationale concours „Jugend musiziert“, zowel als saxofoonsoliste, pianiste (soliste en begeleidster) als met het saxofoontrio met haar broers Lars en Jörn. Zij traden op in Duitsland, Frankrijk, Italië, Kroatië, Slovenië en Nederland en wonnen in 2004 de Europese Muziekprijs voor de Jeugd. In 2007 soleerde zij in het ´Concerto´ van Glazounov met het ´Goettinger Symfonie Orkest´.
Eva van Grinsven – baritonsaxofoon (1981) vormt samen met slagwerker Ramon Lormans het duo ´Sax & Stix´, waarmee zij onder andere het Kamermuziekconcours Almere 2007 en het Vriendenkransconcours 2008 won. Zij speelde onder andere in het Nederlands Blazers Ensemble, het Residentie Orkest, Het Brabants Orkest en Het Gelders Orkest en nam deel aan tournees naar China en Japan.
Tekst Stabat Mater Dolorosa
1.
- Stabat mater dolorosa
- Iuxta crucem lacrimosa,
- Dum pendebat filius.
- Cuius animam gementem
- Contristatam et dolentem
- Pertransivit gladius.
2.
- O quam tristis et afflicta
- Fuit illa benedicta
- Mater unigeniti
- Quae maerebat et dolebat.
- Et tremebat, cum videbat
- Nati poenas incliti.
3.
- Quis est homo qui non fleret,
- Matrem Christi si videret
- In tanto supplicio?
- Quis non posset contristari,
- Piam matrem contemplari
- Dolentem cum filio?
4.
- Pro peccatis suae gentis
- Vidit Iesum in tormentis
- Et flagellis subditum.
- Vidit suum dulcem natum
- Moriendo desolatum
- Dum emisit spiritum.
5.
- Eia mater fons amoris,
- Me sentire vim doloris
- Fac ut tecum lugeam.
- Fac ut ardeat cor meum
- In amando Christum Deum,
- Ut sibi complaceam.
6.
- Sancta mater, istud agas,
- Crucifixi fige plagas
- Cordi meo valide.
- Tui nati vulnerati
- Tam dignati pro me pati,
- Poenas mecum divide!
7.
- Fac me vere tecum flere,
- Crucifixo condolere,
- Donec ego vixero.
- Iuxta crucem tecum stare
- Te libenter sociare
- In planctu desidero.
8.
- Virgo virginum praeclara,
- Mihi iam non sis amara,
- Fac me tecum plangere.
- Fac ut portem Christi mortem,
- Passionis eius sortem
- Et plagas recolere.
9.
- Fac me plagis vulnerari,
- Cruce hac inebriari
- Ob amorem filii,
- Inflammatus et accensus,
- Per te virgo sim defensus
- In die iudicii.
10.
- Fac me cruce custodiri,
- Morte Christi praemuniri,
- Confoveri gratia.
- Quando corpus morietur
- Fac ut animae donetur
- Paradisi gloria.
- Amen.
- (Alleluia.)
1.
- Naast het kruis, met schreiende ogen
- Stond de moeder, diep bewogen
- Toen de Zoon te sterven hing,
- En haar door het zuchtend harte,
- Overstelpt van wee en smarten,
- ’t Zevenvoudig slagzwaard ging.
2.
- O hoe droef, hoe vol van rouwe,
- Was die zegenrijkste vrouwe,
- Moeder van Gods ene Zoon!
- Ach, hoe streed zij! ach, hoe kreet zij,
- En wat folteringen leed zij,
- Bij ’t aanschouwen van die hoon!
3.
- Wie, die hier niet schreien zoude,
- Als hij ’t grievend leed aanschouwde,
- Dat Maria’s ziel verscheurt?
- Wie kan, zonder mee te wenen,
- Christus’ moeder horen stenen,
- Nu zij met haar zoon hier treurt?
4.
- Voor de zonden van de zijnen
- Zag zij Jezus zo in pijnen,
- En de wrede geselstraf,
- Zag haar lieve Zoon zo lijden,
- Heel alleen de doodskamp strijden,
- Totdat Hij zijn geest hergaf.
5.
- Geef, o Moeder! bron van liefde,
- Dat ik voel, wat U zo griefde,
- Dat ik met U medeklaag.
- Dat mij ’t hart ontgloeit van binnen,
- In mijn Heer en God te minnen,
- Dat ik Hem alleen behaag.
6.
- Heil’ge Moeder, wil mij horen,
- Met de wonden mij doorboren,
- Die Hij aan het kruishout leed.
- Ach, dat ik de pijn gevoelde,
- Die uw lieve Zoon doorwoelde,
- Toen Hij stervend voor mij streed.
7.
- Mocht ik klagen al mijn dagen,
- En zijn plagen waarlijk dragen,
- Tot mijn jongste stervenssmart.
- Met U onder ’t kruis te wenen,
- Met uw rouw mij te verenen,
- Dat verlangt mijn zuchtend hart.
8.
- Maagd der maagden! nooit volprezen,
- Wil voor mij niet bitter wezen,
- Laat mij treuren aan uw zij,
- Laat mij al de wrede plagen,
- En de dood van Christus dragen,
- Laat mij sterven zoals Hij.
9.
- Laat zijn wonden mij doorwonden,
- Worde ik bij zijn kruis verslonden
- In het bloed van uwen Zoon.
- Moge ik in het vuur niet branden,
- Neem, o Maagd, mijn zaak in handen
- In het oordeel voor Gods troon.
10.
- Christus, moge ik eens behalen,
- Als mijn levenszon gaat dalen,
- Door uw Moeder, palm en prijs.
- En als ’t lichaam dan zal sterven,
- Doe mijn ziel de glorie erven
- Van het hemels paradijs.
- Amen.
- (Halleluja)