Programma

W.A. Mozart (1756-1791)

Sonate voor piano en viool in e klein, KV 304

G. Fauré (1845-1924)

Sonate voor viool en piano in A groot, Op. 13

M. Ravel (1875-1937)

Sonate voor viool en piano in G Groot

O. Messiaen (1908-1992)

Thème et Variations

Parijs en de Muziek

W.A. Mozart (1756-1791) werd in 1778 geprezen en bejubeld in Parijs. Toch kon hij in deze metropool niet aarden, en tot overmaat van ramp overleed zijn moeder daar terwijl hij aan de vioolsonate KV 304 werkte. Het noodlot en gevoelens van (wan)hoop, angst, en melancholie zijn in deze sonate dan ook onmiddellijk herkenbaar.

G. Fauré (1845-1924) schreef zijn vioolsonate ook in Parijs maar bijna een eeuw later, in 1877. De Frans-Duitse oorlog was nog maar net achter de rug, en de afkeer voor alles van Duitse afkomst was in Frankrijk groter dan ooit. Hoewel de invloed van de romantiek in zijn werken wel degelijk aanwezig is, streefde hij naar een nieuwe Franse stijl die veel lichter en transparanter is, en contrasteert met de zware monumentale stijl van de Duitse componisten.

M. Ravel (1875-1937) distantieerde zich ook van de hyper-romantische muziek met heftige emoties. Hoewel hij vaak wordt beschouwd als een impressionist, zag hij zichzelf meer als een moderne “classicist”. Hij was dan ook idolaat van Mozart. In zijn composities streefde hij naar beknoptheid en symmetrie. Hij componeerde langzaam waarbij iedere noot zorgvuldig tot in de perfectie werd afgewogen.

Daarnaast had hij ook een belangstelling voor het exotische, en nieuwe invloeden. Zo raakte hij gefascineerd door de St Louis blues, die hij in de tijd waarin hij de vioolsonate schreef (1924) in Parijs had gehoord. Toch hield Ravel niet van het woelige stadsleven; hij leidde een zeer teruggetrokken bestaan en woonde het liefst verscholen in de bossen.

Parijs was ook de stad waar O. Messiaen (1908-1992) vrijwel zijn hele leven woonde. In zijn jeugd had Ravel een grote invloed op hem, maar hij geldt vooral als een groot vernieuwer in de 20e eeuwse muziekgeschiedenis op gebied van ritme en harmonie; waarbij hij speciale belangstelling had voor vogelgeluiden en oosterse ritmes en melodieën. Messiaen was zijn leven lang bezig met het bovennatuurlijke en door in de “Thème et Variations “ de realiteit te vermengen met het onwerkelijke, heeft hij een waar muzikaal surrealisme gecreëerd.

Bob van der Ent – violist

Bob  van der Ent (1982) behoort tot één van de meest vooraanstaande Nederlandse violisten. Hij begon zijn vioolstudie op vijfjarige leeftijd bij Lauri Vreeken-Bos. Vervolgens studeerde hij bij Jan Repko en kreeg daarnaast regelmatig les van Davina van Wely en Herman Krebbers. 

In 1993 behoorde hij tot de eerste leerlingen die werden toegelaten op de speciale afdeling Jong Talent van het Conservatorium van Amsterdam.

In 2006 voltooide hij zijn studie bij Vesko Eschkenazy, concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest. Naast zijn studie volgde hij masterclasses bij befaamde violisten als Marc Lubotsky, Donald Weilerstein (Conservatorium van Cleveland), Louise Behrend (Juilliard School, New York), Eduard Grach (Conservatorium van Moskou), Lorand Fenyves, Ivry Gitlis en Pierre Amoyal. Tevens was hij in 2001, na auditie, toegelaten tot de cursus aan het Mozarteum in Salzburg van Shmuel Ashkenazy (primarius van het vermaarde Vermeer kwartet).

Hij debuteerde reeds op 10-jarige leeftijd als solist met het Nederlands Jeugd Strijkorkest o.l.v. Roland Kieft. Vervolgens soleerde hij bij vele orkesten met vioolconcerten van o.a. Bach, Beethoven, Bruch, Dvorak, Glass, Mendelssohn, Mozart, Lalo, Prokofiev,Wieniawsky, Tchaikovsky.

In 2005 debuteerde hij in de grote zaal van het Concertgebouw van Amsterdam o.l.v. Jurjen Hempel.

Hij heeft diverse prijzen gewonnen op nationale en internationale concoursen. 

1996: de eerste prijs op de Iordens Viooldagen (het nationale vioolconcours voor jonge violisten). 
1999:  een eerste prijs op het Prinses Christina Concours  
In 2000 het  Diplome d’Honneur op het Internationale Wieniawsky-Lipinsky Concours in Polen.
In 2005 was hij prijswinnaar op het Nationaal Vioolconcours Oskar Back.

Op twaalfjarige leeftijd gaf hij zijn eerste recital en hij trad op in o.a Belgie, Frankrijk, Oostenrijk, Zwitserland, Portugal, Rusland en de Verenigde Staten, en op vele bekende podia van Nederland.

Hij was verschillende keren te horen in het radioprogramma Spiegelzaal van de AVRO en in TV uitzendingen zoals NPS Podium en Vrije Geluiden van de VPRO. 

Hij verleent regelmatig op freelance basis zijn medewerking aan het Koninklijk Concertgebouworkest.

In het najaar van het seizoen 2012-2013 zal zijn eerste CD “Dutch Violin Sonatas” 

Daniël Kramer studeerde als scholier bij Ton Hartsuiker en vervolgens aan het Conservatorium van Amsterdam bij Håkon Austbø en in Parijs bij Claude Helffer. Zijn diploma 2e Fase behaalde hij met onderscheiding. Hij ontving masterclasses van o.a. György Sandor, Earl Wild en Murray Perahia.

Daniël won in 1994 tijdens het Prinses Christina Concours landelijk de eerste prijs, in 1995 op het EMCY in Luxemburg en in 2008 op het Concorso Seghizzi in Italië de begeleidersprijs en in 2007 een eervolle vermelding op het Concours Olivier Messiaen in Parijs.

Hij soleerde o.a. met het Residentie Orkest o.l.v. Yan-Pascal Tortelier, het Radio Kamerorkest o.l.v. Peter Eötvös en het NJO o.l.v. Werner Herbers en Reinbert de Leeuw. Hij maakt deel uit van Trio Amare en treedt regelmatig op met o.a. Nobuko Imai en het The Hague String Trio.

Daniël werkt(e) samen met componisten als George Benjamin, Louis Andriessen, Joey Roukens en Sofia Gubaidulina.