ICOMOS lezing: Koloniën van Weldadigheid en Erfgoed WO I – 19 november

19 november 2014 | 18.30 uur | ,

Voorgedragen op de Werelderfgoedlijst: De Koloniën van Weldadigheid en het strijdtoneel van WO I 

Sprekers Wendy Schutte en Paul Meurs gunnen u een kijkje in de keuken van dit bijzondere transnationale kandidaat-werelderfgoed: de Koloniën van Weldadigheid. Nederland en België werken intensief samen op dit dossier. Ook de nog altijd zichtbare sporen van WOI zijn het waard tot het werelderfgoed te gaan behoren. Luc Vandael licht toe welke initiatieven daartoe zijn genomen.

 

I. De Koloniën van Weldadigheid; een transnationaal nominatiedossier

In 1818 werd in de destijds verenigde Nederlanden de Maatschappij van Weldadigheid opgericht, met als doel om de immense armoede voor eens en altijd op te heffen. De Maatschappij was gebaseerd op crowd-funding en kocht in enkele jaren tijd 100 vierkante kilometer woeste grond in noord Nederland en België: Frederiksoord, Wilhelminaoord, Willemsoord, Boschoord, Ommerschans, Wortel, Veenhuizen en Merksplas. Arme gezinnen en later ook wezen, bedelaars en andere behoeftigen werden hierheen gestuurd, met de bedoeling ze om te scholen tot boer en daarna terug te keren in de maatschappij. Dit nationale experiment kunnen we nu zien als een voorloper van de maakbare samenleving en de verzorgingsstaat. Een op de 16 Nederlanders heeft voorouders die in de Koloniën van Weldadigheid hebben gewoond. De meeste koloniën werden later door de staat overgenomen en omgebouwd tot bedelaarskolonies of gevangenissen. In de landschappen is de geschiedenis van deze bijzondere plaatsen herkenbaar gebleven.

Initiatiefnemer Johannes graaf van den Bosch

Johannes graaf van den Bosch is een van de initiatiefnemers geweest om behoeftige stedelingen uit o.a. Amsterdam naar de nieuw gevormde kolonies op de woeste gronden in noord en oost Nederland over te brengen om daar een nieuw bestaan op te bouwen.

De Koloniën van Weldadigheid in Nederland en België zijn uniek als vroegtijdig en grootschalig voorbeeld van een sociaal tewerkstellingsproject, gekoppeld aan landontginning en landinrichting.

Het gaat hier om cultuurlandschappen met een sterke uitstraling, gekoppeld aan een rijk historisch verhaal. Hun betekenis is ook vandaag de dag verrassend groot. Daarom wordt sinds enkele jaren onderzocht of de kolonien door de Belgische en Nederlandse regeringen kunnen worden voorgedragen voor de werelderfgoedlijst.

Meer over de Koloniën van Weldadigheid, zie hier

Sprekers: Paul Meurs en Wendy Schutte

Paul Meurs maakt deel uit van het Nederlands-Belgische onderzoeksteam en geeft een toelichting op het verhaal waarmee de Koloniën menen aanspraak te kunnen maken op een werelderfgoedstatus. Wendy Schutte is vanuit de Provincie Drenthe (beoogd siteholder) betrokken en gaat in op de ervaringen met verschillende stappen in het nominatieproces en de relatie met de actualiteit.

Paul Meurs is architect en partner van SteenhuisMeurs, gevestigd in Schiedam en Paterswolde. Daarnaast is hij hoogleraar Heritage and Cultural Value bij de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. Sinds 2012 is SteenhuisMeurs samen met het Belgische Karvansera betrokken bij de werelderfgoednominatie van de Koloniën van Weldadigheid.

Wendy Schutte is sinds 2010 actief voor de werelderfgoednominatie van de Koloniën van Weldadigheid. Zij studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen, werkte als uitgever, expert op duurzaam bouwen, en is momenteel strategisch beleidsadviseur voor erfgoed en ruimte bij de provincie Drenthe.

 

II. Het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog als UNESCO Werelderfgoed.

Het erfgoed van de Eerste Wereldoorlog speelt een prominente rol in de herdenking van “100 jaar Groote Oorlog” in Vlaanderen. Tastbare sporen van de Eerste Wereldoorlog zijn er nog altijd talrijk aanwezig, vooral in de Westhoek, waar gedurende vier jaar een bloedige loopgravenoorlog werd uitgevochten.

Om dit erfgoed duurzaam te verankeren heeft Vlaanderen een geïntegreerde erfgoedstrategie ontwikkeld. Het sluitstuk van deze erfgoedstrategie is het dossier dat Vlaanderen, in samenwerking met Wallonië en Frankrijk, aan het voorbereiden is om de belangrijkste en meest relevante sites van de Eerste Wereldoorlog als UNESCO werelderfgoed te laten erkennen.

De lezing gaat dieper in op de weg die dit dossier al heeft afgelegd, waarbij wordt stilgestaan bij enkele belangrijke mijlpalen zoals de definitie van de uitzonderlijke universele waarden, de motivatie van criteria, de totstandkoming van de selectie, de uitbouw van een draagvlak, …

Spreker: Luc Vandael

Luc Vandael is sinds 2010 binnen het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid verantwoordelijk voor de opvolging en coördinatie van de WO I-erfgoedstrategie. Hij studeerde architectuur aan de Provinciale Hogeschool Limburg en de Architectuurhogeschool van Oslo (1999), ruimtelijke planning aan de Universiteit Gent (2000) en architectuurgeschiedenis en -kritiek aan de Katholieke Universiteit Leuven (2001). Hij werkte vervolgens als zelfstandig consultant bij diverse binnen- en buitenlandse ontwerpbureaus.

 

Locatie en adres:

*Let op: de voor ICOMOS-lezingen te gebruiken ingang van het Museum Geelvinck Hinlopen Huis is niet de museumingang als vermeld op de website van het museum maar Herengracht 518-sous.

************************************************
De lezing vindt plaats van 19.30 tot 21.30 uur.
Vanaf 18.30 uur is er inloop met een informele borrel en maaltijd.

Voor ICOMOS-leden is de lezing vrij toegankelijk.
Voor niet-ICOMOS-leden bedragen de kosten voor het bijwonen van de lezing € 5,00. De kosten voor borrel en maaltijd bedragen voor leden en niet-leden € 10,00 per persoon.

Aanmelding:

voor de lezing en de borrel/maaltijd is noodzakelijk en kan uitsluitend via icomac@icomos.nl