ICOMOS: Thomas Karsten – architect, stedebouwkundige en idealist in Indië

13 september 2017 | 19.30 uur | DutchCulture, Amsterdam

Thomas Karsten; idealist, architect en stedenbouwkundige
Herman Thomas Karsten (1884-1945) behoorde in Indonesië tot een relatief kleine groep toonaangevende moderne architecten en stedenbouwkundigen die in de eerste helft van de twintigste eeuw carrière en school maakten in de archipel.

Over het leven en werk van Karsten verscheen recent bij Architectura & Natura Press in Amsterdam het boek The Life and Work of Thomas Karsten. Het boek bevat bijdragen van Joost Coté, Helen Ibbitson Jessup, Hugh O’Neill en Pauline K.M. van Roosmalen. De lezingen van de eerste avond van dit nieuwe seizoen zijn georganiseerd naar aanleiding van de publicatie van dit boek.

 

Het verleden van Thomas Karsten
Tijdens zijn opleiding tot architect aan de Technische Hogeschool in Delft studeerde Thomas Karsten bij onder andere J.F. Klinkhamer en H.J. Evers en sloot hij vriendschap met studiegenoten als M.J. Granpré Molière en de Indische H. Maclaine Pont. Nadat Karsten zijn opleiding aan de TH met succes had afgerond, woonde en werkte hij tot 1914 in Berlijn. Medio 1914 vertrok hij op verzoek van Maclaine Pont naar Semarang (Nederlands-Indië). Karstens besluit om zijn vleugels uit te slaan in de Oost legde hem geen windeieren. In relatief korte tijd maakte hij naam als architect en, meer nog, als stedenbouwkundige. Na een korte schets over het leven van Thomas Karsten, zal Pauline K.M. van Roosmalen met name ingaan op de ontwikkeling van het vak stedenbouw in laat-koloniaal Nederlands-Indië en de bijdrage die Karsten daaraan leverde. Aan de orde komen daarbij onder andere zijn plannen voor Semarang (1916) en Malang (1929), de Indische bijdrage aan de vierde CIAM tentoonstelling ‘The Functional City’ (1935) en zijn bijdrage aan de Indische Stadsvormingsordonnantie (1938).

 

De toekomst van Thomas Karsten
In aansluiting op de lezing van Van Roosmalen zal Paul de Vroom een kort verhaal houden waarin hij verslag doet van zijn zoektocht naar de relevantie van de Nederlands-Indische architectuur voor de hedendaagse Indonesische architectuur en stedenbouw. Paul de Vroom is, net als Pauline van Roosmalen, overtuigd van het belang van Thomas Karsten voor de ontwikkeling van de stedenbouw in Nederlands-Indië. Ook op het gebied van de architectuur ziet hij in het oeuvre van verschillende Nederlandse architecten uit de koloniale periode werk van uitzonderlijk niveau, niet alleen in gebouwde vorm, maar ook in beelden en geschriften. Het is echter de vraag of dit werk nog aansluiting vindt bij de actuele vak-discussie in het Indonesië van nu. Met deze vraag in gedachten is Paul de Vroom aan de slag gegaan en een aantal keren naar Indonesische steden afgereisd. Hierbij heeft hij zichzelf gedwongen om vanuit het heden naar het verleden te kijken en niet zoals in zijn Indische familie gebruikelijk is vanuit het verleden naar het heden. Paul de Vroom ziet zijn onderzoek als een ‘work in progress’ waarbij hij steeds tot nieuwe, meer genuanceerde inzichten komt. Zijn verhaal gaat over deze bevindingen.

 

Sprekers:

Dr. Pauline K.M. van Roosmalen studeerde kunst- en architectuurgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Zij is gespecialiseerd in koloniale en vroeg postkoloniale architectuur en stedenbouw in Nederlands-Indië en Indonesië. Van Roosmalen promoveerde in 2008 aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit in Delft. Haar dissertatie beschrijft de stedenbouwkundige ontwikkelingen en de professionalsering van het vak stedenbouw in Nederlands-Indië tussen 1905 en 1950. De epiloog schetst hoe de stedenbouw zich ontwikkelde na de Nederlandse soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië in 1949 en een diepgaand politieke conflict tussen Nederland en Indonesië in 1957. In haar huidige onderzoek ligt de focus op de relatie tussen koloniale en vroeg postkoloniale architectonische en stedenbouwkundige oeuvres en de wisselwerking tussen voormalige kolonies en kolonisators.

Bij de vakgroep Architectuur- en stedenbouwgeschiedenis van de TU Delft initieerde en coördineerde Van Roosmalen tussen 2011 en 2014 de bouw van een repository voor bronnen over Europese koloniale architectuur en stedenbouw van na 1850 (www.colonialarchitecture.eu). Van Roosmalen treedt geregeld op als gastdocent aan de TU Delft en als ‘peer reviewer’ voor internationale vakbladen. Van Roosmalen is oprichter en directeur van PKMvR heritage research consultancy. PKMvR houdt zich bezig met diverse aspecten van (koloniaal) gebouwd erfgoed: onderzoek, publicatie, presentatie, communicatie, behoud en ontwikkeling.

 

Ir. Paul de Vroom, kleinzoon van een architect-aannemer in het koloniale Medan, studeerde cum laude af als architect aan de TU Delft. Na nauw betrokken te zijn geweest bij de eerste drie jaren van OMA-Rotterdam was hij in 1985 medeoprichter van DKV architecten en ging hij in 2013 met Paul de Vroom Architecten van start. Gedurende zijn carrière heeft Paul de Vroom een reeks projecten verwezenlijkt in de woningbouw, stedenbouw en utiliteitsbouw, die zowel in Nederland als in het buitenland met enthousiasme zijn ontvangen. Behalve om deze uitgevoerde projecten staat hij bekend om zijn analytische werkwijze gebaseerd op typologische modellen en zijn onderzoek naar veranderbaarheid en keuzevrijheid in ontwerpen.

Paul de Vroom is al vele jaren gastdocent aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam en heeft op andere Nederlandse academies en universiteiten lezingen en ontwerpoefeningen gegeven. Dit doet hij ook met regelmaat in het buitenland, bijvoorbeeld in Barcelona, Montevideo, Buenos Aires, Toronto, Madrid, Milaan, Sofia, Moskou, Dushanbé en Jakarta. Ook was hij jurylid bij verschillende internationale workshops en prijsvragen, gastredacteur voor het Britse tijdschrift Time-Based Architecture’ en redactielid van het tijdschrift Forum. Paul de Vroom woont en werkt in Rotterdam en in Barcelona waar hij zich concentreert op ontwerp en onderzoek, met de Nederlands-Indische en Indonesische architectuur als een van zijn favoriete onderwerpen.

 

Programma: 

Tijd: De lezing vindt plaats van 19.30 tot 21.30 uur.
Vanaf 18.30 uur is er inloop met een informele borrel en maaltijd.

Deelname: Voor ICOMOS-leden is de lezing vrij toegankelijk.
Voor niet-ICOMOS-leden bedragen de kosten voor het bijwonen van de lezing € 5,00.

Kosten: voor borrel en maaltijd bedragen voor leden en niet-leden € 10 pp.

Aanmelding: voor de lezing en de borrel/maaltijd is noodzakelijk
en kan uitsluitend via lezingen@icomos.nl