Opmaat-bijeenkomst Nationaal Platform voor muziek- en muziekinstrumentencollecties

19 oktober 2016 | 15.00 uur | Pianola Museum, Amsterdam

Aansluitend op het Geelvinck Fortepiano Symposium

Deze bijeenkomst vormt de prelude voor een te vormen Nationaal Platform voor Muziek- en Muziekinstrumentencollecties onder auspiciën van de Stichting Nederlands Muziek Museum.

De bijeenkomst is bedoeld voor directeuren van musea en muziekcentra, conservatoren, collectiebeheerders, muziekbibliothecarissen, particuliere verzamelaars, restauratoren, betrokkenen bij de vakopleiding en andere betrokkenen en stakeholders (bestuurders van vakverenigingen, stichtingen, cultuurfondsen en overheidsinstellingen) bij het behoud van materieel muzikaal erfgoed en daaraan gelieerd immaterieel erfgoed, waaronder ambachten en opleidingen in de breedste zin.

Deelname aan bijeenkomst is kosteloos. Na afloop vindt in het museumcafé van het Pianolamuseum een borrelplaats. De bijeenkomst duurt tot ca. 17.00 uur.

Deelnemers worden uitgenodigd om ’s avonds (20.00 uur) als gast deel te nemen aan het festivalconcert (Geelvinck Fortepiano Festival 2016) in het Pianolamuseum op tafelpiano en klavichord door de Amerikaanse fortepianist Gabriel Martinez: “Bach & Zonen”. Voor informatie en vrijkaart klik hier.

 

Inleiding
Muziek is onlosmakelijk verbonden aan cultuur en het vormt een belangrijk element voor ieders gezondheid, levensvreugde en educatie. Muziek en daarmee instrumenten, waarmee muziek gemaakt wordt, is van alle tijden en vormen een integraal deel van onze geschiedenis, onze identiteit en ons cultureel erfgoed. Het behoud en het voor een breed publiek ervaarbaar maken van ons muzikaal erfgoed zou een belangrijk onderdeel van het museale veld moeten zijn, maar in de praktijk blijkt dat in Nederland er nauwelijks aandacht voor is en dit veld een sterk versnipperd beeld geeft.

In Nederland ontbreekt een breed muziek- of muziekinstrumentenmuseum, zoals andere landen om ons heen die wel kennen, zoals het Cité de la Musique in Frankrijk, het MIM in België enz. De nationale muziekinstrumentencollectie in het Gemeentemuseum Den Haag is vrijwel niet zichtbaar voor het publiek. Ook het Nederlands Muziekinstituut en andere Nederlandse toonkunstcollecties en muziekbibliotheken zijn ernstig gekort of in de afgelopen jaren opgeheven (en dat geldt evenzeer voor bijv. de aanverwante collectie van het Theaterinstituut Nederland). Het muziekonderwijs staat onder druk en is deels uitgehold. Het is met name aan particuliere betrokkenheid te danken, dat sommige muziekinstrumentencollecties nog bestaan en min of meer publiek toegankelijk zijn. Evenzeer staan ook muziekensembles en orkesten, alsook de klassieke muziekpodia en -festivalorganisaties onder financiële druk, hetgeen de situatie niet bevorderd. Ronduit beangstigend is een sterke vergrijzing bij de restauratieateliers voor muziekinstrumenten, vrijwel zonder instroom van een jonge generatie in deze ambachten. De continuïteit van ons materieel en immaterieel muzikaal erfgoed wordt bedreigt.

Gelukkig zijn er ook enkele lichtpunten te melden. Het Rijksmuseum heeft twee jaar geleden voor het eerst een conservator voor muziekinstrumenten aangesteld, hetgeen een positieve invloed heeft op het museale veld. Succesvolle instellingen, zoals Museum Speelklok, NMF, Nationaal Orgelmuseum e.d., festivals en concoursen, zoals het Festival Oude Muziek, YPF, Prinses Christina Concours, Cello Biënnale enz., en nieuwe initiatieven, zo divers als het Orgelpark, Splendor en de Stichting Klinkend Erfgoed, geven belangrijke impulsen aan het publieke draagvlak voor het muzikaal erfgoed.

In tegenstelling tot bijv. beeldende kunst, is het veld van het materieel en immaterieel muzikaal erfgoed divers, hetgeen versnippering in de hand werkt. De Stichting Nederlands Muziek Museum heeft zich in het afgelopen decennium ingezet voor de vestiging van een nationaal museum voor muziekinstrumenten. Uit onderzoek door de stichting is echter gebleken, dat een dergelijk ambitieus project in het huidige tijdsgewricht niet financieel haalbaar is. Door de creatie van een platform voor het veld zou meer in gezamenlijkheid kunnen worden opgetrokken. Het effectief gebleken Overleg Amsterdamse Musea (OAM) dient als structuurmodel voor de opzet van een dergelijk platform.

 

Doelstelling
Het platform wil informeel en onverplichtend de actoren in het veld in brede zin twee tot vier maal per jaar bijeen brengen met het doel van elkaar te leren, mogelijke gezamenlijke (deel)belangen te bespreken en al dan niet gezamenlijk of als deelgroep samen op te trekken. Platformbijeenkomsten zijn in de eerste plaats bedoeld om te netwerken. De stichting zou in de toekomst ook richting de overheden kunnen optreden indien een gezamenlijk lobby wenselijk zou blijken. Tevens zou de stichting desgewenst als gezamenlijke spreekbuis kunnen dienen naar nationale en internationale gremia, zoals de Museumvereniging, ICOM CIMCIM e.d.

Ter voorbereiding van de platformbijeenkomsten wordt een adviesraad uit de breedte van het veld gevormd. Het bestuur van de stichting vervult de rol van secretariaat ter ondersteuning van de activiteiten. Tijdens de opstartperiode (2017) is de deelname kosteloos. Op den duur zal een bescheiden bijdrage worden gevraagd ter dekking van de gemaakte kosten. De reeds bestaande website van de stichting wordt ingezet als informatiekanaal.

 

Opmaatbijeenkomst
De eerste bijeenkomst vindt plaats op 19 oktober om 15.00 uur in het Pianola Museum (Amsterdam) aansluitend op het symposium van het Geelvinck Fortepiano Festival. U kunt zich in de rechterkolom kosteloos hiervoor opgeven. De volgende drie bijeenkomsten worden in 2017 gepland.

Om een voorzet te geven voor collegiale openheid zal, na een inleiding over het nieuwe platform, Jurn Buisman (Museum Geelvinck) een beeld scheppen van de nieuwe beleidsplannen voor het toekomstige Geelvinck MuziekMuseum in Zutphen, alsmede voor de ‘coalitie’ met het Pianola Museum. De uitwerking van de  samenwerking tussen Museum Geelvinck en het Pianola Museum op het terrein van de publiekspresentatie wordt mogelijk gemaakt door steun van het Mondriaanfonds.

Na afloop vindt een borrel plaats met gelegenheid voor netwerken en napraten.