Chopin op Reis: Clara Biermasz en Marcel Worms – piano, Adam Javorkai – cello

30 augustus 2015 | 16.45 uur | Museum Geelvinck,

Het najaarsseizoen 2015 van de Geelvinck Salon wordt ingeluid met een recital van muziek van Frédéric Chopin voor piano en cello en is tevens de kick-off van de Chopin Stichting in Nederland.

Chopin Stichting Nederland i.o.:
De Chopin Stichting Nederland stelt zich ten doel culturele manifestaties te organiseren rond werk en leven van Frédéric Chopin en hem gerelateerde kunstenaars.
De Stichting zal deel uit gaan maken van de Internationale Federatie van Chopin Genootschappen, die in 1985 is opgericht en waarvan momenteel 40 Gezelschappen, over de hele wereld verspreid, lid zijn.
De Chopin Stichting Nederland streeft er naar te komen tot uitwisseling van contacten en kunstenaars met Chopin Genootschappen uit andere landen. Tevens ligt het in de bedoeling niet alleen reeds bekende musici een podium te bieden, maar ook jong talent, en het werk van componisten, die zich laten inspireren door de composities van Chopin, uit te laten voeren.

Deze feestelijke gebeurtenis vindt plaats in aanwezigheid van Dr. Theodor Kanitzer, voorzitter van het Internationale Chopin-Genootschap in Wenen.

Programma:
Vóór de pauze: ‘Chopin op Reis: Polen en Bohemen: Chopin en Popper
Na de pauze: : Chopin en de Klassieke Salonmuziek van Curacao’
Op het programma staan composities van Frédéric Chopin en werken van componisten die door Chopin beïnvloed zijn. De Hongaarse cellist Adam Javorkai (www.adamjavorkai.com) zal bijv. Mazurka’s en Nocturnes van de Boheemse componist David Popper spelen. De invloed van Frédéric Chopin is hierin duidelijk hoorbaar.
Ook de muziek van de Caraïben is sterk beïnvloed door die van Chopin. Dit beschreef Jan Brokken in zijn boek ‘Waarom elf Antillianen knielden voor het hart van Chopin”.
Marcel Worms (www.marcelworms.com) bracht onlangs een cd uit met die klassieke Caraïbische piano muziek. Op dit concert wisselt hij walsen en mazurka’s van Chopin af met walsen, mazurka’s en andere dansen van componisten uit Curaçao, Cuba en Venezuela.

Musici: 

Adam Javorkai – cello en Clara Biermasz – piano
Cello & piano duo Adam Javorkai & Clara Biermasz hebben o.a. de eerste prijs gewonnen bij het internationale muziekconcours ‘Premio Citta di Padova’ in Italië. Ook waren zij prijswinnaars bij the 18th Chamber Music Competition in Thessaloniki.
Ádám won daarnaast in 2002 de Bartók prijs en in 2003 de Kodály prijs in Oostenrijk en werd hier in 2009 verkozen tot ARTIST OF THE YEAR.

Marcel Worms – piano
Marcel Worms (1951) studeerde aan het Sweelinck Conservatorium te Amsterdam bij Hans Dercksen. Tevens volgde hij lessen bij de Russische pianist Youri Egorov en bij Alicia de Larrocha. Na zijn eindexamen in l987 specialiseerde hij zich in kamermuziek bij Hans Broekman en in 20ste-eeuwse pianomuziek bij Alexandre Hrisanide.

Marcel Worms is aktief als kamermuziekspeler en als solist: in l990 bracht hij in een recital in de IJsbreker jeugdwerken van Schönberg in première en in l99l voerde hij het complete pianowerk van Janáček uit. Sinds het seizoen l992/l993 voert hij het programma Jazzinvloeden in de 20ste-eeuwse pianomuziek uit.

Sinds 1996 is Marcel Worms bezig met een Bluesprojekt: meer dan 200 Nederlandse en buitenlandse componisten (uit 55 landen op alle continenten) schreven een bijdrage voor dit programma. Dit programma voerde Marcel Worms uit in vrijwel alle Europese landen en verder in het Midden – en het Verre Oosten, de USA, Afrika en Zuid-Amerika. Een programma met tango’s uit Latijns-Amerika en Europa werd uitgevoerd in o.a. China en Argentinië .

Vanaf 2002 houdt de pianist zich bezig met het pianowerk van Federico Mompou. In november 2007 organiseerde hij een driedaags Mompou Festival in Amsterdam. In november 2009 bracht hij als eerste een cd uit met ongepubliceerde pianomuziek van Mompou, die het jaar daarvoor in Barcelona was ontdekt.

Vanaf 1993 tot heden maakte Marcel Worms 17 solo cd’s. In 2012 combineerde hij op cd Bachs Goldbergvariaties met Metamorphosis van Philip Glass en het jaar daarna verscheen een cd met pianowerk van de Braziliaanse componist Francisco Mignone. In januari 2015 verschenen een cd met klassieke Caribische dansmuziek en een cd, met violiste Ursula Schoch, met het complete werk van Arvo Pärt voor piano solo en voor viool en piano.

Marcel Worms stelde concertlezingen samen met de auteurs Jan Brokken, K.Schippers, A.L.Snijders en Marja Vuijsje. Tot zijn vaste kamermuziekpartners behoren sopraan Irene Maessen, fluitiste Eleonore Pameijer en violiste Ursula Schoch.

 

Programma ‘Chopin op Reis: Tussen Polen, Bohemen en Curacao

Frédéric Chopin en David Popper
Adam Javorkai, cello
Clara Biermasz, piano

David. Popper (1843-1919): Polonaise de Concert, op. 14

David Popper: Serenade

Frédéric Chopin (1810-1849): 2 Mazurka’s, op. 17

Frédéric Chopin: Sonate op. 65 in g mineur: Largo

Frédéric Chopin: Introduction et Polonaise brillante, op. 3

——————       pauze       —————-

Chopin en de Klassieke Salonmuziek van Curacao
Marcel Worms – piano

Frédéric Chopin (1810 – 1849)
– Mazurka fis kl.t. op.6 nr.1 -Mazurka cis kl.t. op.63 nr.3 -Mazurka D gr.t. op.33 nr.2

Jan Gerard Palm (Curaçao, 1831 – 1906)
– El 18 de febrero (wals)
– Porqué sufres? (wals)

Jacobo Palm (Curaçao, 1887 – 1982)
– Qué linda (mazurka) -Rufo (danza)
– Ecos del Alma (pasillo)

Frédéric Chopin
– Wals a kl.t. op.posth.
– Wals nr.5 As gr.t. op.42

Edgar Palm (1905 – 1998)
– Bouquet (wals)
– Padu (wals)
– Cas Coral (wals)

Wim Statius Muller (*1930)
– Avila Beach
– Calypso El Curaçao (calypso)
– Despedida (wals)

 

Programmatoelichting ‘Chopin en Popper’
Frédéric Chopin (1810-1849) en David Popper (1843-1913)

Chopin heeft veel composities voor piano geschreven. Dat is algemeen bekend. Daarnaast had hij grote voorliefde voor de cello en neemt de cello een belangrijke plaats in zijn kamermuziekwerken.

David Popper, in Praag geboren, was een van de grootste cellisten van zijn tijd. Hij was een vernieuwer op het gebied van cellotechniek. Liszt beval hem in 1886 aan als leraar aan het Conservatorium in Budapest, waar net een afdeling voor strijkinstrumenten was geopend.
Popper componeerde vier celloconcerten, een Requiem voor drie cello’s en orkest en veel kortere salonstukken voor cello. De daarbij geschreven pianobegeleidingspartijen zijn interessant en virtuoos. Wellicht kreeg Popper advies van zijn vrouw Sophie Menter.
Zij was een bekende en briljante pianiste, leerlinge van onder anderen Franz Liszt, die haar “mijn enige pianodochter” noemde.

De invloed van Frédéric Chopin op David Popper is duidelijk hoorbaar.

Adam Javorkai speelt op een cello van Lorenzo Carcassi, gebouwd in 1753. Deze cello was lange tijd in bezit van Arnold Földesy, een van de meest belangrijke studenten van David Popper. Wellicht herinnert de cello zich zijn muziek!

Programmatoelichting ‘Chopin en Klassieke Salonmuziek van Curacao’
Aan de uitvoering van dit programma is een periode van speurwerk naar partituren van Caribische componisten vooraf gegaan. De motor daarachter was de Palm Music Foundation, die ijvert voor de bevordering van de Antilliaanse klassieke muziek in Nederland. Diverse van de tijdens dit concert uit te voeren werken zijn afkomstig uit het beroemde tijdschrift Notas y Letras en worden vandaag voor de eerste keer in Nederland uitgevoerd. Notas y Letras was een initiatief van de Curaçaose dichter, musicus en componist Joseph Sickman Corsen en de Curaçaose zakenman Ernesto Römer.

Dit culturele weekblad dat in de periode 1886-1888 op Curaçao werd uitgebracht, bevatte zowel literatuur als muzikale composities, vandaar de titel. Het weekblad genoot bekendheid in het het gehele Caribische gebied. Schrijvers, dichters en componisten uit Venezuela, Puerto Rico, Colombia, Santo Domingo en Curaçao publiceerden hun gedichten, novelles en composities in dit tijdschrift. In 1888 moest de uitgifte van het blad noodgedwongen worden gestopt omdat vele abonnees hun contributie niet trouw betaalden. Op initiatief van de Palm Music Foundation zijn in 2014 alle partituren die verschenen in Notas y Letras gedigitaliseerd en is de volledige collectie binnenkort verkrijgbaar als muziekbundel.

Het concert van vandaag bestaat voor een belangrijk deel uit een selectie van partituren die in de afgelopen zeven jaar door de Palm Music Foundation zijn verzameld en gedigitaliseerd.
Op uitnodiging van de Palm Music Foundation heeft Marcel Worms onlangs de cd ‘Danzas Caribeñas’ uitgebracht. Afgelopen mei speelde hij het programma van deze cd op Aruba, Bonaire en Curaçao.

De Caribische muziek is sterk beïnvloed door de pianomuziek van Frédéric Chopin. Vandaar dat op het programma van vandaag muziek van de eilanden gecombineerd wordt met walsen en mazurka’s van Chopin.

 

Over de Caribische componisten:

Jan Gerard Palm (1831-1906) wordt algemeen beschouwd als de grondlegger van de Curaçaose klassieke en geschreven salonmuziek. Hij is ook de eerste en enige componist die in de 19e eeuw op Curaçao tumba’s schreef. Tot op vandaag zijn op de Caribische eilanden van het koninkrijk verschillende van zijn composities populair. Zowel als musicus en componist is hij te typeren als veelzijdig. Al op jonge leeftijd gaf hij leiding aan diverse muziekgezelschappen. Verder was hij organist in de synagoge Emanu-El en die van Mikvé Israel, organist bij de Verenigde Protestantse Gemeente en de Vrijmetselaarsloge Igualdad. Palm speelde piano, orgel, luit, klarinet, dwarsfluit en mandoline. Palm was vooruitstrevend en niet bang om een voor zijn tijd ongewoon akkoord te schrijven. Naast syncopische, en in zijn danza’s sensuele pianomuziek heeft Palm ook grotere werken geschreven voor orkest, voor piano en viool en voor orgel, al dan niet met zang. Hij componeerde voor diensten in de synagoge, de protestantse kerk en de vrijmetselaarsloge.

Jacobo Palm (1887-1982) begon op zevenjarige leeftijd met muzieklessen bij zijn grootvader Jan Gerard Palm. Hij was meer dan 50 jaar organist van de pro-kathedraal St. Anna op Curaçao. Ook was hij gedurende vele jaren concertmeester van het Curaçaosch Philharmonisch Orkest en gedurende 12 jaar lid van het Curaçaos strijkkwartet, waarin hij altviool speelde. Jacobo Palm maakte ook naam als componist. Behalve talrijke walsen, danza’s, mazurka’s, polka’s, tumba’s, tango’s, pasillo’s en marsen componeerde hij ook kerkliederen en profane liederen.

De wals Primero de Octubre componeerde Palm op verzoek van Archimedes Salas Baiz. Archimedes klampte Jacobo op straat aan en vroeg hem om mee te gaan naar het huis van zijn vriendin Chatica Capriles aan het Brionplein. Archimedes wilde haar namelijk ter gelegenheid van haar verjaardag een wals aanbieden. Spontaan componeerde Jacobo aan de vleugel de wals Primero de Octubre. Op het

oorspronkelijke manuscript staat de aantekening ‘La compuse, viendo a Chatica Capriles’ (ik heb dit gecomponeerd terwijl ik keek naar Chatica Capriles). De wals bleef niet zonder het beoogde effect: Archimedes en Chatica stapten niet lang daarna in het huwelijksbootje.

Zijn composities verraden, naast een grondige kennis van de klassieke muziek, ook een fijn gevoel voor het polyritmisch karakter van de Caribische muziek.

Teresa Carreño (1853-1917), kan beschouwd worden als één van de meest toonaangevende componisten van Venezuela. Naast componiste, was zij een bijzonder getalenteerd pianiste, operazangeres en dirigente. Ze had aanvankelijk les van haar vader. In 1862 verhuisde haar familie naar New York, waar ze les kreeg van Louis Moreau Gottschalk. Op haar achtste maakte Teresa Carreño haar pianodebuut in de Irving Hall en in 1863 speelde ze in het Witte Huis in Washington voor president Abraham Lincoln. Zij gaf wereldwijd concerten als pianiste en operazangeres. Teresa Carreño schreef minstens 40 werken voor piano, voor zang en piano en voor koor en orkest. In 1905 nam ze 18 stukken op pianolarol op. Een aantal hiervan zijn via YouTube te beluisteren.

Edgar Palm (1905 -1998) kreeg pianoles van zijn vader, de Curaçaose musicus en componist Rudolf Palm. Al vanaf zijn elfde verving Edgar met zekere regelmaat zijn vader als organist van de Fortkerk op Curaçao. In 1924 vertrok Edgar Palm naar Nederland om te studeren aan de HTS. Hij wist zijn studie te combineren met muziek. Na zijn studie keerde Edgar Palm terug naar Curaçao waar hij zijn werk als ingenieur bij de olieraffinaderij jarenlang combineerde met het geven van talrijke muziekuitvoeringen. Edgar Palm schreef een zeventigtal composities waaronder een tweetal balletten. Hij heeft zijn uitgebreide kennis over de Curaçaose muziek en de musici vastgelegd in zijn boek “Muziek en musici van de Nederlandse Antillen”. De wals Padú heeft Edgar Palm in 1951 opgedragen aan de Arubaanse pianist en componist Juan Chabaya (Padú) Lampe en Cas Coral in 1948 aan de toenmalige directeur van de Koninklijke Shell op Curaçao.

Wim Statius Muller (1930) kreeg vanaf zijn zevende jaar pianoles van de Curaçaose musicus en componist Jacobo Palm. Hij vervolgde zijn pianostudie aan de Juilliard School of Music in New York waar hij bij Josef Raieff (de laatste leerling van Aleksandr Ziloti) piano en compositie studeerde. Na zijn diplomering in 1954 doceerde hij vanaf 1955 piano en muziekgeschiedenis aan de Ohio State University. In 1960 stopte Statius Muller met zijn werk aan de universiteit, om een betrekking als ambtenaar te aanvaarden; aanvankelijk op Curaçao, waar hem onverwacht werd gevraagd om mee te werken aan de oprichting van een veiligheidsdienst aldaar. Hij werkte vervolgens lange tijd in een leidinggevende functie bij de Binnenlandse Veiligheidsdienst in Den Haag en vervolgens bij het NAVO hoofdkwartier in Brussel. In zijn composities zijn zowel de traditie van de 19de-eeuwse Curaçaose salonmuziek als de invloed van Frédéric Chopin duidelijk hoorbaar.

Dansvormen
“Als muziek niet dansbaar is, dan is het geen muziek…”. Zo ongeveer luidt het muzikale credo op Curaçao. We beperken ons tot een korte bespreking van de danza, de wals en de mazurka, hoewel in de Caribische pianomuziek ook de pasillo, de calypso en vele andere dansvormen worden gebruikt.

De Caribische danza
Zoals de Curaçaose wals getypeerd wordt door een rijkdom aan harmonische variaties, zo wordt de Caribische danza gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan ritmen. De oudst bekende danza dateert van 1804 en komt uit Cuba. Als dans beleefde de danza haar meest glorierijke periode van de tweede helft van de 19e eeuw tot aan het begin van de jaren ’40 van de 20ste eeuw. Toch vervult de danza op sommige eilanden in het Caribisch gebied nog altijd een belangrijke symbolische functie. Zo wordt de danza Los tres Golpes (een compositie van Ignacio Cervantes) door de Cubaanse televisie gebruikt als herkenningsmelodie en is het nationale volkslied van Puerto Rico, La Borinqueña, een danza.

De Caribische danza is een dans in tweekwartsmaat. Deze is opgebouwd uit twee, drie of vier delen. In het eerste deel, de chaîne, komen Noord-Europese elementen sterk naar voren. De chaîne stamt uit het zestiende-eeuwse Engeland. Country dance werd Contredance, welke zich in Frankrijk verder ontwikkelde tot cotillon en quadrille. Het eerste deel van de danza is dus een afgeleide van de contredance.

In de Franse kolonie Saint Domingue (de oude naam voor Haïti) werd de contradanza, sterk verrijkt met uit Afrika afkomstige ritmen. Na de slavenopstand van 1791 vluchtte een groot aantal Franse kolonisten en slaven naar de Cubaanse provincie Oriente, maar ook naar Curaçao. Vanuit Cuba zou de danza, nu met toevoeging van de magie van het Latijns-Iberische lied, uitwaaieren naar de salons van andere eilanden in de regio, waaronder Curaçao.

De Curaçaose wals
Evenals de Europese wals waaruit de Curaçaose wals ten dele is voortgekomen, staat de Curaçaose wals in driekwartsmaat. Maar in tegenstelling tot het strakke driekwartsritme van de meeste Europese walsen, is de Curaçaose wals opvallend rijk aan syncopen, zowel in de melodie als de ritmische begeleiding.

De Curaçaose wals is doorgaans opgebouwd uit twee of drie delen van elk 16 maten. Zo kent een typische tweedelige wals 32 maten en een driedelige wals 48 maten. Het is de uitdaging voor de componist om binnen dit strakke regiem van een miniatuur met een beperkt aantal toegestane maten, een vindingrijke opeenvolging van akkoorden te verzinnen die niet alleen het oor strelen, maar waarmee ook een danspaar vleugels onder de voeten krijgt. Verschillende van de Curaçaose walsen zijn geschreven om een moment van verdriet of juist van geluk in muziek tot uitdrukking te brengen of om een persoon die de componist liefhad te eren.

De Curaçaose mazurka
De oorsprong van de mazurka ligt in Polen. Als dans, was de mazurka al sinds de 17e eeuw geliefd bij de Poolse adel. Augustus II, Koning van Polen, Keurvorst van Saksen en Grootvorst van Litouwen, introduceerde de mazurka in de 18e eeuw ook aan de Duitse hoven. De mazurka verspreidde zich sindsdien over meerdere landen in Europa waarbij er diverse varianten van mazurka’s en danswijzen ontstonden.
Toen Polen in 1795 door toedoen van Pruisen, Rusland en Oostenrijk van de landkaart werd weggeveegd, leidde dit tot een uittocht van meer dan 100.000 Polen naar Frankrijk. Een enorme uitstroom, zeker als men zich realiseert dat een stad als Parijs in die tijd 600.000 inwoners telde. Veel Polen namen dienst in het Franse leger, hopende dat ze daarmee Napoleon zouden kunnen bewegen om Polen weer de zo door hen gewenste onafhankelijkheid te verschaffen. Het Poolse legioen bracht Napoleon evenwel in verlegenheid omdat hij in dit stadium de Pruisen, de Oostenrijkers en de Russen (nog) niet voor het hoofd wilde stoten. Toen hij echter 43.000 manschappen in 1801 liet inschepen naar Haïti om de vrijgevochten slaven af te straffen, kwam een Pools legioen met 5000 manschappen hem goed van pas. Het is waarschijnlijk dat de Polen ook de mazurka op Haïti hebben geintroduceerd. Vandaar verspreidde de dans zich over het gehele Caraïbische gebied.

In tegenstelling tot de Europese mazurka, waar de klemtoon bij het spelen op de tweede tel van de maat komt te liggen, valt de klemtoon bij de Curaçaose mazurka’s op de eerste tel van de maat.
Onder invloed van Chopin werden in de 19de en het begin van de 20ste eeuw ook mazurka’s gecomponeerd die niet zozeer bedoeld waren als dansmuziek maar uitsluitend om naar te luisteren. De Mazurka de Salon Opus 30 van de Venezolaanse componiste Teresa Carreño, is hier een fraai voorbeeld van.

 



Locatie