Pieter-Jan Belder – fortepiano & Elise Dupont – viool: Opmaat tot Beethoven || No audience present (Corona Regulations)

13 november 2020 | 17.00 uur | Huize Kolthoorn, Heerde

Hoewel Beethoven een uniek talent bezat zou zijn muziek zonder de muziek van C.P.E. Bach en W.A. Mozart niet denkbaar geweest zijn. Dit programma geeft enkele mooie voorbeelden van werken die Beethoven naar alle waarschijnlijkheid gekend heeft en die vormend zijn geweest voor de ontwikkeling van zijn eigen onstuimige stijl.

Programma:

Wolfgang Amadeus Mozart                         Sonate voor viool en pianoforte in Bes KV 378

–       Allegro moderato

–       Andantino sostenuto e cantabile

–       Rondeau, Allegro

 

Carl Philipp Emanuel Bach                           Rondeau in C  uit ‘Kenner und Liebhaber’ Wq. 61/6

Wolfgang Amadeus Mozart                         Fantasie in c voor pianoforte KV 475

 

Ludwig van Beethoven                               Sonate voor viool en piano in a Opus 23

–       Presto

–       Andante scherzoso più Allegretto

–       Allegro molto

 

Instrument:

André Stein ca.1805
Meerbach clavichord ca. 1800

viool Willem van der Sijde 1691 Nederlan/ds Muziekinstrumentenfonds

 

Een opmaat tot Beethoven 

Hoewel Beethoven een uniek talent bezat zou zijn muziek zonder de muziek van C.P.E. Bach en W.A. Mozart niet denkbaar geweest zijn. Dit programma geeft enkele mooie voorbeelden van werken die Beethoven naar alle waarschijnlijkheid gekend heeft en die vormend zijn geweest voor de ontwikkeling van zijn eigen onstuimige stijl.

De sonate voor viool en obligaat  klavierinstrument vindt zijn oorsprong bij de 6 vioolsonates die Johann Sebastian Bach in de 20er jaren van de 18e eeuw schreef. Voorheen werd het klavecimbel als begeleidingsinstrument gebruikt en speelde de klavecinist een semi-geïmproviseerde begeleiding van een becijferde bas, het basso continuo. Bij J.S. Bach emancipeerde het klavecimbel tot een volwaardige partner van de viool (of bij Bach ook de viola da gamba en fluit). In deze traditie moeten we dan ook de sonate van C.P.E Bach zien. Hij schreef een negental sonates voor deze combinatie. Hij werkte in een periode waarin het klavecimbel langzaam maar zeker werd verdrongen door de pianoforte en deze werken gedijen op beide instrumenten goed. C.P.E. Bach was in zijn tijd de bekendste telg uit de Bach familie en zowel Mozart en Beethoven hebben zijn werken gekend, bestudeerd en waarschijnlijk gespeeld. Ook Bachs beroemde boek ‘über die wahre Art das Clavier zu spielen’ is door Beethoven gebruikt in zijn lespraktijk en heeft een bijzonder grote invloed gehad op de ontwikkeling van de klaviertechniek. C.P.E. Bach was een representant van de ‘Sturm und Drang’ en de ‘Empfindsame Stil’ waar het overbrengen van de emoties van de muziek op de luisteraar een centrale rol speelde. In die zin was deze stijl de wegbereider van de (vroeg)romantische stijl van Ludwig van Beethoven. De stijl van Mozart in zijn Weense periode funktioneert als brug tussen deze twee stijlen. De vioolsonates van Mozart uit zijn Weense periode zijn de werken van een experimenterende ‘free lance’ componist die hij voor eigen gebruik componeerde. Ze vormen in die zin dan ook een breuk met zijn vroegere stijl waarin hij min of meer gebonden was aan de smaak van opdrachtgevers en broodheren. De fantasie in c is met zijn emotionele uitbarstingen een logische voortzetting van het werk van C.P.E. Bach die het genre van de vrije klavierfantasie tot ontwikkeling bracht en via zijn serie ‘für Kenner und Liebhaber’ door Europa verspreidde. De sonate in a opus 23 behoort tot de vroege werken van Van Beethoven. De stijl is in een typisch Beethoven idioom, virtuoos en met grote dynamische contrasten. Het tweede deel daarentegen is van een zekere lichtvoetigheid met een zekere Haydnneske humor. Het laatste deel is in de rondovorm, die zich opnieuw goed leent voor contrasterende momenten. Het werk eindigt niet, zoals zo vaak bij Beethoven, met een groots einde, maar met een diminuendo tot in het pp en zorgt voor een subtiel slot van dit concert rond drie absolute meesters in het genre van de kamermuziek.



Locatie

Huize Kolthoorn

De Gelderse villa Huize Kolthoorn in de gelijknamige buurtschap, werd in 1880 op een steenworp van de grote en veel oudere boerderij van het landgoed gebouwd. Indertijd omvatte het landgoed - gelegen tussen de IJssel en de Noord-Veluwe - eveneens het aanpalende bos- en heidegebied (nu Landgoed Boshoven). Het landgoed werd in 1899 aangekocht door de gevierde kunstschilder Jan L. Kleintjes (1872-1955) en zijn vrouw Hedwig Kleintjes - van Osselen (1871-1936), dochter van de bekende kinderboekenschrijfster, Berta van Osselen - van Delden (1847-1936) en zelf ook kunstenares. Kolthoorn groeide in die jaren uit tot een centrum waar kunstenaars van diverse pluimage elkaar ontmoetten.

Lees verder
Kamperweg 23
8181 CS Heerde